Ik ben vandaag gaan stemmen. Vanzelfsprekend.
Niet iedereen vindt het vanzelfsprekend. Ik was tijdens mijn lunchbreak naar het stemlokaal gewandeld en daar aangekomen vroeg ik hoe de opkomst was. Het was op dat moment bedroevend laag zeiden de mensen die daar de hele dag zitten om het democratische proces te faciliteren. Ik liep naar het stemhokje, waar ik een bolletje rood inkleurde bij de naam van een kandidaat die ik vooraf had uitgekozen.
Ik wist namelijk precies op wie ik zou stemmen en ook waarom. Omdat ik niet alleen snel een stemwijzer of kieskompas had ingevuld, maar even de tijd had genomen de vaak onbekende namen op te zoeken en eens te kijken hoe deze mensen op de kieslijst terecht waren gekomen. Wat is hun achtergrond, waar komen ze vandaan, waarom zitten ze in de politiek, hebben ze een bepaalde expertise, een drijfveer, een doel.
Niet iedereen van iedere partij natuurlijk, maar pas op basis van het lezen van het programma en de standpunten van de partijen waarvan ik dacht dat zij het best mijn eigen idee over waar het heen moet met de wereld vertegenwoordigen, heb ik gekeken naar de mensen binnen die partij.
Okee, heel eerlijk; het kost wat tijd en moeite. En ik snap dat niet iedereen daar zin in heeft, of in staat is zich daar doorheen te worstelen. Het is dan ook fijn dat er zoveel plekken zijn waar je de verkorte versies, de meest in het oog lopende verschillen en de basis principes van partijen kunt opzoeken. Ik had al grofweg een keuze gemaakt en daarna de kieswijzer ingevuld als soort van extra toets of het overeen kwam. En dat kwam het. De partij waarop ik heb gestemd viel voor ruim 80% in overlap.
Maar wat me eigenlijk nog het meest opviel, was de keuze van woorden en de uitleg van standpunten van de verschillende partijen. Ik vond nl. dat ik niet alleen de (verkorte) programma’s van partijen die me het meest aanspreken moest lezen, maar toch ook weer het andere perspectief moest bekijken. En daar zit ‘m nou net mijn verbazing, omdat, wanneer ik die programma’s lees, ik me niet voor kan stellen dat mensen daar nou echt vrolijk van worden of kunnen geloven dat daar een goede toekomst ligt.
Het gaat me nog niet eens zozeer over de ideologie, of de standpunten op zich, maar meer over de manier van benaderen.
Ik leg het even uit.
Wanneer ik vooral lees: hier zijn we tegen, dit willen we niet, zus moet stoppen, zo is niet goed – nee, niet, weg, bah, slecht – dan lees ik vooral een lijst van boze-kleuter-geleuter. Geen vooruitgang, geen toekomstvisie, geen opbouwende plannen; slechts een hele waslijst aan wat er niet goed is. Daar kan ik dus helemaal niets mee. En ik denk eerlijk gezegd helemaal niemand.
Daarbovenop kwam dan ook nog eens dat bij een paar van deze partijen er heel veel belangrijke thema’s helemaal geen rol lijken te spelen. Ze staan niet in het programma, ze worden niet benoemd, er lijkt geen enkele aandacht te zijn voor andere dingen dan waar men op tegen is.
Persoonlijk voel ik me meer thuis bij “wij geloven vooral in een oplossing dit-en-dat, en wij denken dat we daarom zus-en-zo moeten handelen”. Actie in de tent, aan de gang, we gaan de toekomst in. Er lijkt over nagedacht. Je kunt je er een mening over vormen.
Er is nou eenmaal een EU, en er zijn nou eenmaal zaken die aangepakt moeten worden. Of je nu voor of tegen de EU bent, of, wanneer je voor bent en je het allemaal anders wilt; er zijn mensen die namens jou als burger van dit continent plannen maken en uitvoeren. Het heeft betrekking op jouw toekomst. Dan zou je toch mogen verwachten dat je kiest voor wat je wél graag wilt zien gebeuren? En liefst op basis van concrete plannen, zodat je ook kunt zien of dat realistisch gaat zijn?
Het kost een beetje tijd. En dat heb ik er graag voor over. Heel vanzelfsprekend.
Comments are closed