De melancholie van een lege bus ergens in het donker. Niet de laatste rit, maar wel een late. De bus, van binnen goed verlicht, baant zich een weg over zijn vaste route. Als je hem voorbij ziet komen, dan zit er een leegheid in. Letterlijk. Maar ook een raar soort hoop, berusting, veiligheid. Je weet dat hij niet zal stoppen bij een lege halte. Maar wel dat de eindstop vast staat.
Wanneer je op de juiste plek staat en je steekt je hand op, dan zul je het piepen van de remmen horen en het ssssshhh van de deuren die open gaan. Misschien knik je naar de chauffeur. Of je stempelt af en ploft in een stoeltje halverwege. En wanneer je naar buiten kijkt, zie je de reflectie van jezelf. De buitenwereld doet er even niet meer toe. Je weet dat je naar je eigen halte op weg bent. En je berust in de tijd die het zal duren. Soms is het licht op straat even helder en komt de buitenwereld binnen, om je direct weer terug in je eigen rijdende cocon achter te laten.
De laatste rit heeft nog wel iets. Die is er als afsluiting, voor de mensen die er op vertrouwen dat ie ze nog naar hun halte zal brengen. Daar zit nog leven in. De herkenning, erkenning, saamhorigheid van de laatsten die naar hun eindpunt gaan. Een blik van verstandhouding. Ook met de chauffeur. De laatste ronde. Nog een laatste drankje en dan gaat het cafe op slot. Dat idee.
Maar een dienst eerder, die er is omdat het nou eenmaal zo bedacht is, maar die eigenlijk voor niets rijdt. En wanneer die leeg is, geen mensen op weg, ook niet op straat om nog de hond uit te laten, dat alleen het voorbij suizende licht een etalage van leegte schijnt.
Die melancholie.
Comments are closed