Ze slaapt als een hamstertje.

Zachte kleine ademstootjes door de neus. Een hand, haar rechter, onder haar hoofd, tussen het kussen en het gezicht. De andere hand rust op haar wang. De pink op de lippen en haar kin in het kuiltje van de muis.

Het ziet er uit als een hamstertje.

Soms slaapt ze als een houthakker. Dikke bomen sneuvelen bij bossen tegelijk. Het gezaag is oorverdovend. Ik ga haar in haar zij prikken. Of even schudden aan de schouder. Moet ik het raam dicht doen? Misschien wordt anders de buurt wel wakker.

Soms hoor ik helemaal niets. Dan wil ik weten of ze het nog doet. Waarom hoor ik niks? Is ze stuk? Dan moet ik ook gewoon even prikken. Wel met gevaar voor lijf en leden, want misschien schrikt ze, slaat ze ineens om zich heen, in het donker tegen mijn neus. Of met een vinger in mijn oog.

Laatst schopte ze in haar slaap tegen mijn onderbeen. Ik schrok er wakker van. Geen idee wat er was gebeurd, maar ik dacht een droom over een voetballer zonder scheenbeschermers en een sliding en een gele kaart voor een harde tik tegen het been. Ik viel terug in slaap en toen ik ‘s ochtends wakker werd zag ik een wond op mijn been en bloed op het laken. Volgende keer schop ik gewoon keihard terug.

Maar nu slaapt ze als een hamstertje.

Ik kijk in het donker nog even naar de contour van haar neus, de lijn van de wenkbrauw en de krullen in het haar. En dan val ik ook in slaap.

Category
Tags

Comments are closed