Zondagochtend. Ik ben net wakker, maar ik blijf nog even liggen. Het is niet vanwege de precies goede temperatuur in bed (wat wel enorm helpt). Het is ook niet dat ik weer in slaap wil vallen (wat ik wel zou kunnen). Het is omdat er een heerlijke geur in huis hangt. En omdat het gerommel en gerammel in de keuken zo lekker vertrouwd klinkt.

Ruik ik nou gebakken aardappeltjes? Of zijn het gehaktballen? Het kan ook een pittige kipschotel zijn, of rijst met boemboe. Misschien een Italiaanse ragú. Uitgebakken spekjes of uitjes, die zo meteen verdwijnen in een gerecht waar ik nog geen weet van heb. De belofte van het avondeten deze week. 

Wat het ook gaat worden, het is heerlijk wakker worden zo.

Even omdraaien en uitstrekken. Even in de ogen wrijven. Terwijl er beneden in pannen geroerd wordt. Er iets op een snijplank in stukjes wordt gesneden. Een lepel op een bord. Een deksel op een pan. Een lade gaat open en dicht. Ik duw het dekbed naar beneden. En ik herschik het kussen een beetje. 

Dit is stilletjes genieten. Genieten van de geurtjes en de geluidjes in huis. Maar meer nog eigenlijk van degene die de aanstichter is van dit genot. Het klinkt misschien als suffe burgerlijkheid, maar bijna niets zo fijn als een vroege zondagochtend in de vertrouwdheid van je eigen wereldje. 

Dat, en dat er mogelijk zo nog iets te snaaien valt…

Category
Tags

Comments are closed