Vanochtend was een mooie ochtend. Het zonnetje scheen heerlijk de keuken in. Achter het glas was het warm. Buiten leken de vogels in de lentestand te schieten. Uit de koelkast haalde ik een appel. Die hebben we normaal niet in huis, maar omdat we een logé hadden gehad die dat lekker vond hadden we deze nog over. Terwijl ik de appel stond te schillen moest ik aan mijn oma denken. Die kon er een zó zorgvuldig schillen dat er maar minimaal appel verloren ging. Het schilletje was flinterdun en smal. En de truc was dan om de schilsliert zo lang mogelijk heel te houden, liefst zonder dat ie af zou breken voordat de hele appel van zijn jasje was ontdaan.
Mijn oma was een aparte. En een taaie. Zo een van voor de oorlog. Sokken stop je, oud linnengoed wordt poetsdoek, plastic zakjes was je uit en gebruik je nog een keer. Dan kon je aan een waslijn wat boterhamzakjes zien hangen. Boontjes dop je zelf, peperkoek hoort een dikke laag echte roomboter te hebben en koffie schenk je op. Voor het inschenken van de kopjes deed ze dan alvast melk en suiker erin, zodat dat alvast gemengd was. En dan was het standaard dat je daar één theelepeltje uitschepte en opslorpte. Zoete melk vooraf.
Net geen 100 jaar geworden, maar met een hele eeuw aan levenswijsheid, getekend door oorlogen, cultuurveranderingen en opkomst van technologie zoals de telefoon, televisie en de auto. Met een flinke dosis boerenverstand, doorzettingsvermogen en levenslust de veranderende wereld tegemoet getreden. De bouw en val van de muur, de eerste mens op de maan, de industrialisatie. Maar ook het verlies van een zoon, een man en later zichzelf in een bejaardentehuis.
Ik zie mijn oma nog zitten. Achter in haar tuintje, op de vuilnisbak, in de zon. Die vuilnisbak was zo’n zwaar zinken geval uit de jaren 60. Dan zat ze daar in haar beha te zonnen en ondertussen een sigaretje te roken. Belinda. Menthol meuk waarvan het grapje was dat ze dan zeiden: “Belinda zegt dat je zachte lippen hebt”. Of dus een appeltje schillen. En ondertussen het leven relativeren en terugbrengen naar de simpele maar waardevolle realiteit van de dag. Genieten van een zingende merel in de tuin. Trots zijn op het zelf aangeharkte tuintje. Schijnbaar tevreden met wat ze had. En je vooral niet meer druk maken over de dingen die je toch niet kon veranderen.
Mijn schilletje was lang niet zo dun als van mijn oma. Bovendien was ik nog niet op de helft toen het brak. Maar ik was ook niet zo aan het opletten, want ik stond vooral naar buiten te kijken en tevreden te zijn met de vogels buiten en de warmte van de zon binnen. Soms heb je een appeltje te schillen. Maar vandaag alleen in letterlijke zin.
Comments are closed