In een ver verleden heb ik bij een vakantiepark gewerkt. Daar waar ik werkte, hadden we speciale weken. Niet dat we die zelf zo organiseerden, maar het bleek gewoon vaste prik te zijn. Zo hadden we een Belgische week, waarin het merendeel van de boekingen op naam van Belgen stond. En een week waarin we met verhoogde alertheid en meer bewaking op het park rondliepen: de dagen waar Urk en Volendam samenkwamen om een fijn potje te zuipen om daarna, gericht, met elkaar te gaan matten. En dat ging soms gepaard met de aanschaf van fietskettingen en het meenemen van knuppels en boksbeugels. Lang leve het familie vakantie park. Er waren ook de zgn. ANWB dagen, waar, om onverklaarbare reden, ineens een hele roedel hetzelfde geklede wat oudere mensen op het park rondsjokten. Bermuda, wandelschoenen, regenjasje en allemaal langs de fietsverhuur.

Ik moest daar aan denken toen we incheckten in het hotel. Waren wij onderdeel van de Nederlandse weken? Of mogelijk van de rustige weken voorafgaand aan de wat luidruchtiger Italiaanse invasie? Het viel ons namelijk op dat bij de tafelwissels er eerst een bak Nederlanders en Belgen waren, toen ineens allerhande Slavische volkeren, gevolgd door een overdaad aan Italianen. Dezelfde constatering als bij het vakantiepark zou hier ook kunnen passen.

Wat in ieder geval feit bleek, is dat onze eerste week relatief rustig was. En dat stond in schril contrast met de tweede week, waarbij het leek alsof in de voorwaarden van het boeken van de vakantie een regel was opgenomen dat er in die week slechts aanspraak op kamers gemaakt kon worden als er irritant huilende kinderen meegenomen zouden worden. Mogelijk met de uitleg dat irritant huilen ook irritant krijsen, irritant jengelen, irritant zeuren of irritant treiteren mocht zijn, zolang het maar voldeed aan het criterium irritant. En dat opeenvolgend, of tegelijkertijd, met aanleiding, of liever nog, zomaar zonder enige reden.

Misschien ontgroei je het. Misschien valt het je niet eens op. Maar wij namen woorden in de mond als “stembandamputatie” en “geluidsdichte krijskelder”. Het mag een wonder heten dat het animatieteam nooit eens een kind “kwijtraakt” of bij het schminken de mond “per ongeluk” dicht plamuurt.

Overigens, terzijde, ik heb dat concept nooit zo heel erg begrepen: neem je kinderen mee op vakantie en dump ze dan bij een of andere onderbetaalde maar overijverige stagetiener, zodat je zelf ‘echt’ vakantie kunt houden. Wil dat dan zeggen dat je eigenlijk zelf ook wel weet dat jouw kleine mensjes soms niet te hachelen zijn? Nog even los van het resultaat dat die kinders de eerst komende weken na de vakantie het hele repertoire van liedjes, dansjes en rijmpjes tot in den treure blijven herhalen.

Maar goed. Wij denken dus dat wij in de week van het krijsende kind terecht zijn gekomen. Ik begon ineens wel iets te zien in zo’n animatieteam. Maar dan een verbeterde versie ervan. Eentje met een apart hotel, op een aparte alm, voor de gehele duur van een vakantie. Want wat was het een kabaal zeg. Het ene kind was nog niet van de grond geraapt, of het volgende stond alweer te jengelen. Alsof het een soort alternatieve vorm van tikkertje was.

Category
Tags

Comments are closed