De man heeft pijn.

Althans, nu nog niet, maar dat gaat hij gegarandeerd hebben.

We zagen het een meter of 60, 70, misschien wel langer nog, al aankomen. Het was onvermijdelijk. Het moest gebeuren. De vraag was niet óf, maar wannéér de man zijn eigen pijn ging veroorzaken.

Is een schwalbe alleen een schwalbe op het voetbalveld?

Is een schwalbe alleen een schwalbe wanneer met opzet?

Dit was een schwalbe met een lange aanloop. En met behoorlijk wat vaart ook nog.

We zaten op een terras. De maaltijd achter de kiezen en nog een koffietje toe. Gezellige drukte om ons heen. En gezellige drukte op andere terrassen aan dezelfde straat. Oudere mensen aan de wandel. Een cabrio met open dak zoeft voorbij. Buren begroeten elkaar en er worden honden uitgelaten.

Ineens rijdt er een man op zijn fiets voorbij. Hij spuugt een dikke fluim op de stoep en ontwijkt ternauwernood een verkeersbord. Hij zwiept het fietspad over en raakt bijna de haag tussen fietspad en straat. Dus, hup, weer naar de andere kant richting stoep en bijna raakt hij de daar geparkeerde fietsen en brommers. Rakelings langs een paaltje. Dat ging maar net goed.

En dan volgt er een slapstick duet ballet van man en fiets.

Man wil rechtdoor. Fiets doet iets anders. Been gaat omhoog. Stuur gaat opzij. Man stuitert naar links. Fiets gaat naar rechts. Contrabeweging. Zwiep. En…. Schwalbe.

Man kiest luchtruim. Verliest van zwaartekracht. Fiets ging naar de grond. Gaat nu de lucht in. Man schuift met blote arm over asfalt. Knie raakt grond. Hoofd vliegt in struiken. En duet eindigt languit op het fietspad, precies voor een ander terras. Man blijft liggen. Mensen kijken op.

Maar de slapstick is nog niet voorbij. De haag ontneemt me het zicht. Ik zie wel de terrasgangers die duidelijk niet van plan zijn de man te helpen. Dan, ineens zie ik de fiets overeind komen. Fier overeind. Maar niet de man. Dan ineens een been boven de haag uit. En weer weg. Een arm de lucht in. En weer weg. Als een duveltje uit een doosje staat de gehavende man ineens weer naast zijn fiets. Wankel, maar vastbesloten.

Een collectieve denkwolk: “Doe het niet!”.

En toch. Hij doet het toch. Het ballet hervat. Linkerarm sjort aan het stuur. Rechterarm gaat omhoog als ware het een rodeo. Eén been gaat de lucht in. Het andere niet helemaal in positie. De poging het eerste been over de fiets te zwaaien mislukt jammerlijk. De zwaartekracht wint andermaal. Man en fiets verdwijnen weer achter de haag.

Een enkele terrasganger kan het niet meer aanzien en zet de fiets op de standaard en aan de kant. Hij helpt de man overeind. Het gebaar is duidelijk. Blijf van die fiets af. Ga lopen. Hou op met dit ballet. Je knie is stuk, je huid ligt open, je bent duidelijk niet in staat om zo verder te gaan.

En toch. Hij doet het toch. In een vlaag van herpakken springt ie op de fiets en vliegt uit beeld. Einde slapstick.

Wij betalen onze rekening en wandelen op ons gemak naar de auto. En onderweg naar huis, niet te geloven, staan we ineens stil bij een rotonde, omdat deze deels geblokkeerd wordt door stilstaande auto’s met waarschuwingslichten aan. Iemand probeert een man overeind te hijsen. Een ander trekt een fiets uit de struiken. Nog weer een ander staat druk te gebaren.

“Doe het niet!”. Maar ik denk niet dat hij daarnaar zal luisteren.

De man voelt nu nog geen pijn, maar dat komt morgen wel.

Category
Tags

Comments are closed