Paniek in vogelland – Een David Attenborough momentje.

Daar zit je dan. Lekker rustig met een drankje op je terras. Uitzicht op het groen van de bomen en het gras. Een vriendelijk kwettertje hier, een vrolijk fluitje daar. De warmte weerkaatst van de tegels. Het zand zindert. De wind wuift. Het leven leeft een lome luiheid.

Niets verraadt het naderende onheil. De stem van Sir David Frederick Attenborough zou het poëtisch narratief met diepe warme stem brengen. En je voelt al op je klompen aan dat er wat staat te gebeuren. Want ook al praat de man met geruststellende stem, er is altijd stront aan de knikker wanneer hij iets te melden heeft.

Maar we zitten niet in de Serengeti. Of diep in de wouden van Borneo. We zitten in een vinex buitenwijk van Eindhoven. Niks geen met uitsterven bedreigde sub-tropische brommendeboombastbeer. Wel heel veel meesjes en vinkjes en merels en van die schijtduiven.

Sir David: “Het is broedseizoen in de lokale habitat. Verscholen in holletjes onder het groen van het bladerdak boven het vergelende gras bevinden zich de nestjes van de mezenfamilies. Met zorg worden de eitjes uitgebroeid.” Bla, bla, bla… – “Maar dan verschijnt ineens de Hannebroek. Deze predatore schreeuwlelijk kan dan wel heel mooi zingen, vandaag heeft hij echter duistere plannen.”

Ik schrok op van een kabaal, gemaakt door minstens tien, misschien wel 15 meesjes, die met z’n allen ineens in een soort wolk van schel kwetterende veren mijn kant op vlogen. Vlak voordat ze het terras bereikten doken ze eensgezind ergens op af. Het bleek een Vlaamse Gaai die een kuiken uit een nest had weten te jatten. Met z’n allen, als een troep vliegende hyena’s, pikten ze in op de Meerkol. Met een venijn dat je niet gauw zoekt achter die schattige gekleurde kanaries.

“Helaas. De samenwerking van de mezen mag niet baten. Het jong zal een ellendige dood sterven…”

Bedankt, David.

En rust keerde weer terug.

Category
Tags

Comments are closed