Ik was nog geen 10 jaar oud. Buiten was het donker. De bel ging en ik liet mijn oom binnen. Geen idee waar mijn ouders waren. Ik weet in ieder geval nog dat mijn vader er niet was. Mijn oom kwam namelijk voor mijn vader. Hij zal een grapje hebben gemaakt of een gesprekje met me hebben gevoerd. Iets over dat ik al in bed zou hebben moeten liggen. Of dat ik al een grote jongen was, omdat ik nog wakker was. Geen idee. Eigenlijk weet ik me niet zo heel veel van die avond te herinneren. Wat ik wel weet is dat de TV aangezet werd. Of misschien stond deze nog aan.
Hoe dan ook, ik zat op enig moment met een bakje chips en een glaasje fris op de bank. Er waren niet zo heel veel lampen aan in de kamer. Het TV scherm flikkerde. En het geluid ging ineens harder. Rockmuziek. Misschien was het iets van Veronica’s CountDown, of van een Duitse of Belgische zender. Het was in ieder geval iets anders dan het doorgaans wat brave geluid dat bij ons thuis normaalgesproken uit de speakers kwam.
Die herinnering kwam zomaar naar boven toen ik in mijn “All Time Greatest” playlist de Dire Straits voorbij hoorde komen met Telegraph Road. Een iconisch nummer dat zelden op de radio te horen is in de volle lengte. Om een of andere magische reden was het volgende nummer in mijn playlist Blinded by the Light van Mannfred Mann’s Earth Band. Direct zag ik de platenhoes van The Roaring Silence voor me. Midden op de hoes een groot oor, met daar waar de gehoorgang hoort te zijn een schreeuwende mond. Dit album is voor mij onlosmakelijk verbonden met waar ik dat voor het eerst hoorde; bij mijn oom. Lang geleden al.
Waar de buurjongens, die een paar jaar ouder waren, me vooral gevoerd hebben met disco van o.a. Donna Summer en Dan Hartman, en de buurvrouw aan de andere kant het alternatieve geluid van Tommy en Hair, en de soul en funk in mijn oor stortte, zo was de welkome toevoer van Supertramp en Queen vooral op conto van mijn oom. Via de TV, of stereoset, of in de auto.
Heel wat jaren later zaten we bij het live optreden van Roger Waters in het Gelredome. The Wall van Pink Floyd. Nog zo’n naam die in het rijtje van ontdekkingen past van toen ik het allemaal nog niet kon bevatten of snappen, maar waar ik al wel van wist dat ik al die platen wilde, nee, moest en zou hebben. Dat magische andere geluid. Die lange nummers waar hele werelden in verstopt zaten. Verhalen en geheimen. Reizen naar plekken waar je nog nooit geweest was. De geluiden die ik keer op keer opnieuw wilde ontdekken. En die nu zo diep geworteld zitten dat ze deel uitmaken van m’n identiteit.
Die avond in het halfdonker, in m’n pyjama op de bank, daar werd een vuurtje ontstoken dat altijd blijft branden. En de warmte die het afgeeft straalt af op degenen die het hebben gevoed.
Comments are closed